Footloose heeft zijn 35e verjaardag gevierd. Toeters, bellen en ballonnen. Een vers gebakken appelcake, en een uitmuntend geschreven artikel op uw favoriete blog.
Aanvankelijk was het mijn bedoeling hier een lofrede over de klassieke film, dat een superster van acteur Kevin Bacon maakte, neer te pennen. Alleen heb ik één groot probleem. Ik kan de film niet categoriseren. Niet dat ik het niet wil proberen.
Footloose is een dansfilm. Dat is goed mogelijk, want er wordt in gedanst. Kevin Bacon’s personage Ren McCormack danst overal. Op de werkvloer, in de woonkamer en in de schuur. Heel vreemd. Misschien lijdt hij gewoon aan ADHD. Het wordt alvast niet ontkend. Iets om in het achterhoofd te houden. Enkel op het einde van de film, op het ultieme dansfeest, gaat iedereen als een idioot dansen.
Met grote zekerheid kan ik het een tienerfilm noemen. Dat is tweeledig. Footloose is bedoeld voor een jong publiek. Bakvissen trokken in grote getale naar de bioscoop voor hun portie Bacon. Maar ook de meeste hoofdpersonages zijn jeugdig. Hoe ik dat weet? Ze gaan nog naar school. Ook belangrijk, de nadruk ligt op “kinderen zijn tof, ouders zijn slecht”.
Neen, misschien is het een romantische film? Liefde speelt een rol. Ren is verliefd op Ariel (Lori Singer). Ariel is eerst verliefd op iemand anders, maar speelt gewoon hard-to-get. Typisch. Ook nevenpersonages Rusty (een zeer jonge Sarah Jessica Parker) en Willard (Chris Penn) groeien als koppel.
Het is een typische 80’s film. Er is een soundtrack waaruit nummers Footloose (Kenny Loggins), Let’s Hear It for the Boy (Deniece Williams) en Holding Out for a Hero (Bonnie Tyler) scoorden. De resterende nummers zijn minder sterk en nu wel hopeloos verouderd. Om de film echt te verankeren in de jaren 80 leg ik zowel de trainingsmontage (Willard leert in 3 minuten dansen) en de flashbackmontage van de gefrustreerde Ren als ultieme bewijsstukken naar voor.
In een moment van absolute klaarheid kan ik Footloose enkel bestempelen als een sociologisch drama. Neen, dat is geen overdrijving. Een priester (de immer briljante John Lithgow) en zijn conservatieve gemeenschap verbieden dat jongeren dansen. Ze houden hen aan een avondklok. Om hun jonge geesten te beschermen, worden boeken openbaar op de speelplaats verbrand. Toegegeven, sommige van de jongeren zijn te ver heen en kunnen niet worden gered. Dissidenten worden ontslagen op het werk, verwend met een steen door het raam of getrakteerd op een pak rammel van de plaatselijke bullebak.
Na het schrijven van dit benijdenswaardig stuk, weet ik nog steeds niet waar ik Footloose moet plaatsen. Meer nog, ik slaag er niet in om een perfecte afsluiter neer te schrijven. Maar het blijft wel een mooie film. En krijg nu het titelnummer maar uit je hoofd.
[sgmb id=1]