Hier ga ik een gokje op wagen.
Met die woorden koop ik een 2ehands cd bij Bonte’s. Voor een luttele 2 EUR kan je al eens een risico nemen.
My Life In The Bush Of Ghosts. Brian Eno en David Byrne.
Soms voel je vanaf de eerste paar tracks dat je iets speciaals hoort. Bevreemdend, weinig commercieel. Afrikaanse en Oosterse invloeden. Buiten de losse samples die in de muziek zijn verwerkt wordt er niet in gezongen. Af en toe lijk je 80’s fenomeen Max Headroom te horen, maar de chronologie van de opname spreekt dit tegen. Maar alles hangt lekker aan elkaar. Je merkt amper de overgang tussen de verschillende nummers.
Ergens kan ik me de opnamesessies perfect inbeelden. Twee muzikanten die ergens in een studio samenhokken en de vreemdste klanken bij elkaar mixen tot het enigszins goed klinkt. Maar ik kan er ook volledig naast zitten. David Byrne ken ik enkel als mijnheer Talking Heads. Een tiental jaar geleden kwam hij met het vermakelijke Lazy nog even opduiken.
Brian Eno? Die ken ik dan wellicht te weinig.
Niet dat hij me volledig onbekend is. Met zijn muziek had iemand me begin 2000 al kennis laten maken. Dit naar aanleiding voor mijn fascinatie met de Berlijn trilogie van David Bowie dat ik pas 20 jaar na datum volledig wist te waarderen. Voorheen associeerde ik hem enkel met zijn samenwerking met U2 en het project The Passengers. Hun Original Soundtracks Vol.1 mag je zowat een vergeten pareltje beschouwen. Ook niet voor iedereen, maar net als My Life In The Bush Of Ghosts beluister je het best in de zetel met de koptelefoon op. Ongestoord. Ongemoeid.
Ja, natuurlijk raad ik em aan. Meer zelfs, ik heb de YouTube link hieronder gedropt. Wie mij gelijkaardige elektro muziek kan aanraden moet zich niet geremd voelen. Sharing is caring.
Noot: Dit artikel werd geschreven zonder raadplegen van het alom aanwezige Wikipedia. Daarom staat er zo weinig zinnig in de tekst.
[sgmb id=”1″]