Vorige maand werd op Instagram de vraag gesteld met welke artiesten en/of albums je smaak in muziek hebben bepaald. Dit was de aanzet om een zoveelste tag-evenement op te starten. Je kon een rooster met 9 foto’s op je profiel verdelen, waarna je drie andere personen uitnodigde. Spannend allemaal. Totaal nutteloos, maar niettemin spannend. Ik ben er behoorlijk eerlijk in geweest.
Waarom vertel ik dit? Omdat ik een inleiding zoek om dit artikel mee te starten. Normaliter ga ik uit van mijn eigen luiheid en recycleer ik de tekst van het vorige artikel. Deze keer doe ik maar voor de helft. Na de ongemeend boeiende passage over Instagram las ik een herbruikbaar stuk in.
Mijn ouders hadden een totaal andere muzikale smaak, en in een tijdperk zonder YouTube, Spotify en andere streamingsdiensten werd hun keuze mijn keuze. Niet dat dit noodzakelijk een slechte zaak was. Eigenlijk ben ik blij dat ik artiesten met verschillende stijlen leerde kennen. Het geeft mij nog altijd een warm nostalgisch gevoel als ik die oude klassiekers opnieuw hoor.
Ray Charles
De term geniaal wordt te pas en te onpas gebruikt om het talent van muzikanten te omschrijven. Bij Ray Charles mag het. Ray Charles is geniaal. Dankzij mijn vader en zijn liefde voor Ray Charles leer ik zijn muziek kennen. De klemtoon lag vooral op zijn vroege Atlantic-periode.
Als hij zijn opwachting in The Blues Brothers (1980, John Landis) maakt, weet ik perfect wie hij is.
Glenn Miller
Ook één van de favorieten van mijn vader. Glenn Miller is vooral bekend als de band (The Glenn Miller Orchestra) leider die de geallieerden van zijn typische sound voorziet tijdens de Tweede Wereldoorlog. In the Mood en Moonlight Serenade herken je onmiddellijk.
Ik heb je in het vorig artikel het verhaal verteld van de Engelse toeristen en hun emotionele reactie bij het horen van We’ll Meet Again van Vera Lynn. In the Mood had een gelijkaardig resultaat.
Abba
Zo bijzonder is de opname van ABBA in deze lijst niet. Zelfs 40 jaar later kent iedereen de muziek van ABBA. Dat is dan hoofdzakelijk te danken aan het succes van de film Mama Mia! (2008, Phyllida Lloyd) en de vele hits die op de radio worden gespeeld.
Eind jaren 70 is de groep nog steeds populair. Als kind hoor ik bijgevolg voortdurend hun muziek in de handelszaak van mijn moeder. Ik vertel je meer, ik ben het nog steeds niet beu gehoord. (Lees mijn artikels over The Winner Takes it All en Classic Album: The Visitors er op na).
Tony Orlando
Neen, je kent hem hoogstwaarschijnlijk niet. Tony Orlando die een wereldhit scoorde met Tie a Yellow Ribbon ‘round the Old Oak Tree (1973). De mevrouw die de foyer in Cine Capitol openhield speelde de cassette waar dit nummer op stond doorlopend. Als ik het hoor zit ik terug in de blauwe zetels van de cinemazaal. En kan ik het nummer noot voor noot meezingen. Tot mijn eigen ergernis.
[sgmb id=”1″]