De jaren 80 staan niet bekend als het gouden tijdperk van de betere musical. Integendeel, het lijkt alsof enkele regisseurs hun allerbest doen om een bedenkelijk product af te leveren. Vandaag bespreken we The Pirate Movie (1982).
Regisseur: Ken Annakin
Productiehuis: 20th Century Fox
Cast: Kristy McNichol, Christopher Atkins, Ted Hamilton
Kort samengevat: The Pirate movie is een update van de theatermusical Pirates of Penzance (voor het eerst in 1878 opgevoerd). Het vertelt het verhaal van de jonge piraat Frederic die verliefd wordt op Mabel, de dochter van een Majoor-Generaal. Piraten en soldaten vechten met elkaar. Er wordt gezongen en gedanst. Op het einde komt alles goed, en blijkt het droom te zijn.
Schip Ahoy
Al is The Pirate Movie in hoofdzaak een musical, het blijft moeilijk om de film in dat hokje te plaatsen. Want het is veel meer dan een rechtlijnige update van het oorspronkelijke Pirates of Penzance waarop het is gebaseerd. Beschouw het als een liefdevolle interpretatie versierd met onnodig bonusmateriaal. Of eerder een ode aan traditie dat tegelijkertijd een bikkelharde kopstoot van de nieuwe generatie krijgt.
Ted Hamilton is een oerkracht die al zijn tegenspelers van het scherm blaast.
Zolang de oudere muzikale nummers en de bijhorende danspartijen in beeld komen is het genieten. Het is geen hoge kunst, maar er gaat zo’n vrolijkheid van af dat je onbewust mee beweegt. Zo is “I am the very model of a modern Major General” met zijn indrukwekkende snelle zang een hoogtepunt.
Het is Ted Hamilton die in de rol van de seksueel gefrustreerde piratenkoning elke scene naar zich toetrekt. Hij is een oerkracht die al zijn tegenspelers van het scherm blaast. Krijg het nummer “I am a Pirate King” achteraf eens uit je hoofd.
Walk the plank
Eenmaal de moderne insteek volgt, loopt het volledig verkeerd. De nieuwe nummers (lees: typerende over geproduceerde 80s tunes vol synthesizer) zijn barslecht. Daar is geen greintje vrolijkheid terug te vinden. Ondingen als “Pumping and Blowing” en “How Can I Live Without Her” doen pijn aan de oren. Maar ook de onbegrijpelijke verwijzingen naar andere films doen de wenkbrauwen fronsen. Zo duiken Indiana Jones, Inspecteur Clouseau (van The Pink Panther-cyclus) op en wordt er even met een lichtzwaard gevochten. De aangebrande humor en seksuele dubbelzinnigheid zouden vandaag totaal niet meer kunnen.
“Mabel Stanley: You’ll be hung!
Pirate King: Oh I am, I am, and very well thank you.”
En wat met de jonge acteurs die te midden van het ervaren musical-talent moeten opdraven? Met haar energieke en flegmatische stijl houdt de fris ogende Kristy McNichol zich stevig overeind. Haar tegenspeler Christopher Atkins gaat echter ten onder met het schip. Hij valt op pijnlijke wijze door de mand. Voor hem is het hierna over and out. Het had anders moeten lopen, want na het succes van The Blue Lagoon (1980, Randal Kleiser) zijn er verwachtingen om hem als grote acteur te lanceren. Ergens doet het denken aan wat met generatiegenoot Michael Beck is gebeurd, die na The Warriors (1979, Walter Hill) in de musical Xanadu (1980, Robert Greenwald) opdraaft en een kruis over zijn carrière mag maken.
“I am the Pirate King“
Tijd om de woorden te wikken. The Pirate Movie is wellicht één van de meest foute films die ik ooit in de cinema en recent op klein scherm heb gezien.
Het is ook een film met twee gezichten. De sterke muzikale nummers, de grandioze choreografie en de onnavolgbare Ted Hamilton tillen het geheel naar een hoger niveau. Helaas sleuren de belabberde acteerprestatie van Christopher Atkins en de vele wtf-momenten het dan terug de dieperik in.
Dit gezegd zijnde, ondanks zijn onevenwichtig karakter blijft het een onmisbare ervaring. The Pirate Movie is must-see.
Je hebt er mij wel warm voor gemaakt.
Waar kunnen we die film zien?
Peter, je hebt geluk. De film is in zijn totaliteit te bewonderen op YouTube (https://www.youtube.com/watch?v=JiKIDqtbEPc).
Ik neem geen verantwoordelijkheid op voor je filmbeleving.