Rocky III is misschien geen meesterwerk, maar het openingssalvo van de begingeneriek met zijn tata tatadaa tatadaa tatadaa blijft genoeg om je volledig in de film op te nemen. Eenmaal je die eerste tonen van Bill Conti‘s Gonna Fly Now hoort komt de glimlach boven. Ik pleit schuldig, ik ben fan.
Akkoord, het is over the top, het verhaal rammelt aan alle kanten, de personages lijken uit karton opgebouwd, alle ernst is uit de franchise verdwenen en je voelt van mijlenver aan hoe het gaat eindigen. Is het de beste film uit de cyclus? Misschien niet, die eer gaat voor mij naar Rocky Balboa (2006), maar het verdient ook alle kritiek die het over de jaren heen van de serieuzere filmcritici kreeg niet.
Want waar hij diepgang mist, biedt hij puur entertainment. Rocky Balboa, Apollo Creed, Hulk Hogan en Mr T in één film? Wat valt er niet te genieten? Regisseur en hoofdrolspeler Sylvester Stallone wist wat hij deed. Rocky III is een extravaganza, een verheerlijking van de excessen van de jaren 80. Rocky III geeft zijn fans de punch waar het op zat te wachten. Ding ding.
Rocky III is op en top 80ies Americana. Wanneer anders kon het publiek sympathie tonen voor een rijke blanke bokser, en werd de sympathieke zwarte Clubber Lang, steeds vechtend voor zijn plaats in de maatschappij, als booswicht afgeschilderd? Want als we heel eerlijk zijn, heeft Clubber een punt. Rocky Balboa is niet langer de sympathieke underdog. Weg is de mompelende (hoewel) verlegen bokser uit de arme wijken van Philidelphia. In zijn plaats staat een zelfverzekerde salonfähige wereldkampioen die gemakkelijke wedstrijden van zijn manager krijgt voorgeschoteld. Diezelfde manager dient dan ook het loodje te leggen zodat Rocky plausibel de wedstrijd kan verliezen. Hoe dan ook, ik zie het binnen het Obama tijdperk niet gebeuren.
Waar anders kan een bokser naar de pure essentie van het boksen terugkeren door enkele weken in een zweethok in de achterbuurten van L. A. te trainen? Uiteraard loopt het niet van een leien dakje, en gaat het in den beginne verkeerd. Maar een speech van je vrouw maakt veel goed, en een muzikaal trainingsmontage verricht wonderen. Als kers op de taart krijgt de herboren bokser het iconische stars and stripes broekje van zijn oud rivaal.
No, I don’t hate Balboa. I pity the fool, and I will destroy any man who tries to take what I got! – Clubber Lang
Voor twee acteurs betekende Rocky III een opstap naar megasucces. Hoewel The A-Team pas het jaar na de release werd gelanceerd, speelt Mr.T hier een boksende, one-liner spuwende B.A. Barracus. Het is best een historisch en ontroerend moment als we de mohawk-dragende spierbundel zijn iconische woorden I pity the fool horen roepen. Het zijn die kleine momenten die je pakken. Maar ook Hulk “Thunderlips” Hogan verzilverde zijn korte passage. Hoewel hij op dat ogenblik in Japan een grote ster is, gaat het Amerikaanse publiek pas na de film volledig overstag (Leest u mijn column bij Brainfreeze er maar even op na).
De andere vaste spelers hebben minder geluk. Adrian Balboa, vertolkt door Talia Shire, blijft wel het hart en ziel van de Rocky – saga, iets wat pas echt duidelijk werd in voorgenoemde en latere Rocky Balboa, maar buiten die ene donderspeech zit er voor haar weinig in. Burt Young echter, krijgt de kans zijn Paulie Pennino als volwaardige klaploper tot in het kolderieke te portretteren.
Zoveel kritiek, zo weinig lof, denkt u waarschijnlijk. Begrijp me niet verkeerd, Rocky III blijft één van mijn favoriete 80s films. Voor je het weet supporter je met de onnatuurlijk gespierde bokser mee. Sly geeft in deze film een geheel andere dimensie aan het personage, en tovert hem in een filmisch icoon om waarmee hij eeuwig zal worden vereenzelvigd.
[sgmb id=”1″]
Ik ga akkoord met je mening over Rocky III. Zelf ben ik echter een grotere fan van het vierde deel. Dat nog meer cliché’s bevat dan je eigenlijk voor mogelijk acht. Dat typische beeld van Russen dat ze in de VS in die tijd op nahielden is op zich al hilarisch. Creed die zijn gevecht niet overleefd. Om nog maar te zwijgen van de robot die een rolletje krijgt .
Gilles, ik geef je gelijk wat het vierde deel betreft. Je bent me eigenlijk al wat voor, want ze zat “in the pipeline”. 🙂 Ik nam 3 omdat dit de grote ommezwaai in de reeks was, en ik Clubber Lang en zijn jibber jabber amusanter dan de stoïsche Drago vind.